NFK pleit voor betere informatievoorziening over reiskostenvergoeding
Lang niet alle mensen die een kankerbehandeling krijgen weten dat ze een reiskostenvergoeding kunnen krijgen om met de auto, taxi of openbaar vervoer naar hun behandeling te gaan. Dit blijkt uit de Doneer Je Ervaring-peiling van de Nederlandse Federatie van Kankerpatiëntenorganisaties (NFK) onder 6238 mensen die kanker hebben of hebben gehad.
Ongeveer de helft (56%) van de respondenten weet dat er voor eigen vervoer naar sommige kankerbehandelingen (onder andere chemo-, immuno-, en radiotherapie), reiskosten gedeclareerd kunnen worden bij de zorgverzekeraar. Reiskostenvergoeding voor de taxi is bij zes op de tien patiënten bekend. Hier geldt dat jongere mensen dit vaker weten dan ouderen. En minder dan de helft van alle respondenten (45%) weet dat declareren ook voor reizen met het openbaar vervoer kan. De meesten (63%) kregen de informatie over reiskostenvergoeding van iemand in hun omgeving; een naaste (27%), de verpleegkundige (22%) of de zorgverzekeraar (19%). Ruim een derde is door niemand geïnformeerd. Deze groep heeft vaak zelf uitgezocht dat dit kan, bijvoorbeeld via internet.
Irene Dingemans, programmaleider Kwaliteit van Zorg bij NFK geeft aan: “Veel kankerpatiënten moeten voor hun behandeling vaak naar het ziekenhuis reizen, bijvoorbeeld wekenlang, meerdere keren per week voor bestraling, of voor chemotherapie meerdere keren per maand, gedurende een nog langere periode. In de komende jaren wordt de kankerzorg verder geconcentreerd. Hierdoor gaat een deel van de mensen met kanker vérder reizen voor hun behandeling en het is niet voor iedereen even makkelijk om deze kosten te dragen. Kennis over reiskostenvergoeding wordt daarom nog belangrijker. Mensen zijn uiteraard hun eigen risico al kwijt en voor een reiskostenvergoeding geldt een vaste eigen bijdrage van 118 euro dit jaar.” Dingemans vervolgt: “De peiling laat duidelijk zien dat er ruimte is voor verbetering in de actieve informatievoorziening rondom de reiskostenvergoeding. Zorgverzekeraars en zorgverleners zouden patiënten proactief kunnen wijzen op de mogelijkheid van declareren. Maar ook mensen met kanker zou ik willen meegeven: het kan lonen om je polis te lezen of je zorgverzekeraar te bellen voor meer informatie.”
Declareren gaat mensen redelijk makkelijk af
Van de respondenten die meestal met eigen vervoer, openbaar vervoer en/of taxi naar hun kankerbehandelingen reizen én wisten van de reiskostenvergoeding, heeft respectievelijk 52%, 40%, en 91% deze daadwerkelijk bij de zorgverzekeraar aangevraagd. Het aanvragen van de reiskostenvergoeding lijkt de meeste respondenten redelijk makkelijk af te gaan, behalve het aanvragen van een vergoeding voor openbaar vervoer; een derde van deze groep respondenten vond dit (heel erg) moeilijk. Mogelijk heeft de administratieve procedure hier iets mee te maken of het verkrijgen van de juiste handtekeningen. Een respondent zegt: “Arts geeft makkelijk toestemming via formulier, je moet alleen alle briefjes/nota's/bewijzen verzamelen, printen en opsturen. Gaat veel tijd inzitten.”
NFK vraagt zorgverzekeraars de aanvraagprocedure te evalueren en waar mogelijk te verbeteren. Dit zal ten goede komen aan de patiënt, die vaak geen energie heeft voor dit soort zaken. Van de mensen die geen reiskostenvergoeding aanvroegen zegt zes op de tien dat ze het makkelijk zelf konden betalen en drie op de tien dat ze het te veel gedoe vonden om te regelen.
Mensen geven kwaliteit taxivervoer een voldoende
De meeste respondenten (65%) gingen met hun eigen auto en/of de auto van een naaste (30%) naar hun behandeling. Een op de zes ging te voet, met de fiets of de scootmobiel en 12% met een taxi via de zorgverzekeraar. 3% ging met het openbaar vervoer. Patiënten die langer dan een uur moesten reizen naar hun behandeling maakten vaker gebruik van de taxi via hun zorgverzekeraar dan patiënten met een kortere reistijd. Mensen die met de taxi reisden gaven dit vervoer een 7,4 als gemiddeld rapportcijfer. 32% geeft een excellente beoordeling. “Elke dag bijna een uur heen en een uur terug was te vermoeiend voor mij om zelf te rijden en inmiddels waren de vrije uren van mijn vriend ook op, dus was de taxi een aangename oplossing. De taxi wachtte altijd op mij, zodat ik na de bestraling ook gelijk weer naar huis kon”, aldus een respondent. Toch ziet ruim de helft van de taxireizigers ook punten die minder goed gaan, bijvoorbeeld dat zij het niet fijn vinden de taxi te moeten delen, te laat teruggebracht worden of een taxirit hadden die langer duurde dan nodig.
“Het is fijn dat het taxivervoer bestaat en men er over het algemeen tevreden over is, al geven patiënten ook aan het niet altijd prettig te vinden om een taxi te moeten delen. Hierdoor zijn mensen langer onderweg, wat zorgt voor stress én het is fysiek onnodig belastend, terwijl zij zich vaak al ziek voelen of heel moe zijn. We roepen taxivervoerders op om hier zoveel mogelijk rekening mee te houden en zorgverzekeraars zouden erop moeten toezien dat dit goed verloopt”, besluit Irene Dingemans.