Onderzoek door het LUMC toont aan dat het aantal nieuwe diagnoses met Mycosis fungoides en het Sézarysyndroom de laatste 20 jaar sterk is gestegen. Een duidelijke oorzaak voor deze stijging is niet aan te wijzen.
In de afgelopen 20 jaar is het aantal patiënten met Mycosis fungoides en het Sézarysyndroom sterk toegenomen. Dat is gebleken uit een onderzoek van Dr. Rosanne Ottevanger et al. van de afdeling huidziekten van het LUMC. Dit onderzoek is opgezet om in kaart te brengen hoe het aantal patiënten van deze huidlymfomen in Nederland tussen de jaren 2000 en 2019 is veranderd.
Eerste keer
Het is voor het eerst dat er gegevens over de aantallen van beide lymfomen in Nederland gepubliceerd worden. Door middel van geregistreerde cijfers in het Nederlandse Cutaan Lymfoom Register (DCLR) kon een schatting gemaakt worden van veranderingen in aantallen nieuwe en bestaande gevallen van Mycosis fungoides en het Sézarysyndroom. In Nederland zijn tussen 2000 en 2019 in totaal 1044 patiënten met Mycosis fungoides (inclusief 238 patiënten met folliculotrope Mycosis fungoides) en 93 met het Sézarysyndroom geregistreerd.
Groei nieuwe diagnoses
Met de gegevens van het DCLR kon ook onderzocht worden of er sprake was van een groei in de het aantal nieuwe diagnoses. Dit bleek het geval te zijn. In 2000 kwamen er 30 nieuwe patiënten met Mycosis fungoides bij. In 2019 waren dit er 79. Het aantal nieuwe patiënten met Mycosis fungoides is dus in de afgelopen 20 jaar met een factor 2,6 toegenomen. Voor het Sézarysyndroom geldt dat er in 2000 slechts 2 nieuwe patiënten bijkwamen. In 2019 waren dit er 13. Een toename met een factor 6,5. De toename van beide huidlymfomen werd ook gezien na een correctie voor de Nederlandse bevolkingsgroei.
Oorzaak niet bekend
Het is nog niet bekend wat de oorzaak is van deze toename. Mogelijk dat vakere doorverwijzing en een betere registratie een rol spelen, maar een daadwerkelijke toename van het aantal nieuwe ziektegevallen is niet uit te sluiten.